Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik zal Mijn aangezicht tegen hen zetten; als zij van het [11][ene] vuur uitgaan, zal het [andere] vuur hen verteren; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn aangezicht tegen hen gesteld zal hebben. 11. Te weten der ellenden en plagen. Zie Job 15:34. De zin is dat zij de ene plaag niet zo haast zouden ontgaan zijn, of zij zouden in de andere vallen, als van den honger in de pest, of in het zwaard, of van het zwaard in de gevangenis. Vergelijk Jes.24:18; Jer.48:43.